Druk, druk, druk.. Het standaardzinnetje in mijn omgeving, zo lijkt het wel. En ook het mijne, veel te vaak. En net dat druk bezig zijn lijkt de grootste uitdaging om gezond eten vol te houden. Vele van mijn vrienden zijn jonge ondernemers. Ze zijn de ganse dag op de baan, er zijn geen uren genoeg in een dag en ze werken zeven op zeven. De meeste zijn dan ook nog eens levensgenieters en spenderen hun kostbare vrije tijd dan ook graag met vrienden op restaurant of café. Het verdiende biertje, het snelle broodje onderweg, geen ontbijt,.. Pretty standard no?
Maar laat het nu net die personen zijn die gezond eten goed kunnen gebruiken. Super druk op het werk? Nieuwe projecten die 100% van je vragen? Dan kan je jezelf niet permitteren om ziek te zijn en kan je alle energie goed gebruiken. Net zo’n leven vraagt extra veel boost, extra veel vitamientjes om het allemaal vol te houden.
Uiteraard ben ik altijd een fan van makkelijke recepten, met simpele ingrediënten die je gewoon allemaal in de biowinkel kan vinden. Maar toch, ook mij overkomt het wel eens dat ik niet in de winkel geraakt ben, dat ik late opleidingen heb, veel lezingen ’s avonds en nog wat concerten tussendoor waardoor ik zonder m’n healthy stuff zit.
Daarom heb ik tegenwoordig de Innerglow Smoothies in huis. En daarover wilde ik graag wat meer vertellen in deze blogpost want ik denk dat veel mensen er wat aan zouden kunnen hebben.
Innerglow is een fantastisch mooi Belgisch project van Angéline. Angéline voldoet helemaal aan het profiel dat ik hierboven omschreef; een drukbezette jongedame die een professionele carriere combineert met twee kindjes. Al heel snel vond ze het moeilijk om het allemaal te combineren met een gezonde levensstijl en dus ging ze op zoek naar manieren om het zichzelf makkelijker te maken. Het invriezen van goede ingrediënten boordevol vitaminen en mineralen, om zo ’s morgens of eender wanneer een gezonde smoothie te hebben.
Sinds kort brengt ze deze ook op de markt en een paar weken geleden heb ik haar Innerglow smoothies voor het eerst geproefd. Uiteraard was ik een beetje sceptisch want in smoothies is ‘balans’ de sleutel, niet enkel voor de smaken maar ook voor de ingrediënten en de hoeveelheid fruitsuikers die erbij komen kijken. Mijn conclusie? TO-DIE-FOR! Echt!
In het begin wist ik niet goed of ik er veel gebruik van zou maken. Ten slotte maak ik sowieso al wel vaker smoothiebowls met granola bv. Maar ik dacht bij mezelf dat het geen kwaad zou kunnen er wat in de diepvries te hebben staan. En ik moet toegeven dat ik er toch veel meer gebruik van maakte dan ik eigenlijk gedacht had. Het is gewoon super handig en in de diepvries blijven ze uiteraard ook heel lang vers.
Hoe het juist werkt? Innerglow werkt met online bestellingen. Je kiest de smaken op www.inner-glow.be , je kiest wanneer jij graag wil dat het geleverd wordt. Wanneer je een smoothie wil neem je een beker, doet het in de blender met wat plantaardige melk erbij, terug in de beker en je smoothie gaat zo mee on-the-go!
De smoothies zijn verkrijgbaar vanaf 5,98 euro per beker. En zeker worth it!!
Regelmatig krijg ik mailtjes met de vraag naar specifieke recepten, voor mensen met intoleranties bijvoorbeeld. Een tijdje geleden ontving ik een mailtje van iemand die specifiek vroeg naar koekjes zonder chocolade. Want blijkbaar mogen veel kinderen geen chocolade meer meenemen naar school als tussendoortje en dus ook geen koekjes met chocolade. Op zich wel jammer want de havermout koekjes met banaan en donkere chocolade uit m’n boek en het eerste seizoen van De Gezonde Goesting, zijn lekker gezond, zonder extra suiker en gemaakt in één twee drie. Maar ik begrijp helemaal dat scholen nu eenmaal de lijn ergens moeten trekken. Daarin verschillen maken tussen welke chocolade nu wel en niet mag op school, dat gaat waarschijnlijk te ver.
En dus heb ik de laatste tijd wat geëxperimenteerd met koekjes met alternatieve melen, zonder tarwe, gluten- en lactosevrij en uiteraard met natuurlijke suiker. Het is een koekje geworden met op zich wel wat verschillende ingrediënten in, maar ze maken allemaal deel uit van mijn standaard keuken en dus heb ik al deze ingrediënten eigenlijk altijd in huis.
Met deze ingrediënten maak je zo’n 18 koekjes – beetje afhankelijk hoe groot je ze maakt uiteraard. Al raad ik aan ze niet te groot te maken, amandelmeel is redelijk zwaar en dus ben je ook snel voldaan.
Alright!!! Weeral giveaway time! Het is mijn verjaardagsmaand en dus reden de meer om veel te delen!
Wie regelmatig Bye Bye Cheeseburger checkt, die weet ondertussen dat ik een grote Greenpan-liefhebber ben. Al heel snel toen ik gezonder begon te leven hoorde ik van chemicaliën die in je eten kunnen lekken door je apparatuur of pannen. Sindsdien ben ik op zoek gegaan naar veilige alternatieven en die biedt Greenpan. Ze hebben bovendien een perfecte anti-kleef laag waardoor ik niet sta te sukkelen met havermoutpannenkoeken – die uit m’n boek bijvoorbeeld – of een spiegeleitje. Zeker die laatste bezorgen mij wel eens stress, want tijdens opnames of demo’s wil ik 100% zeker zijn dat mijn eitjes niet mislukken door aan de pan te kleven. Kei menselijk, maar bon, op zo’n momenten liever niet, haha.
Ondertussen heb ik verschillende pannen van Greenpan. Koekenpannen, wokpannen, steelpannetjes, you name it! Mijn laatste aanwinst was de koekenpan waar je super makkelijk perfecte flips mee maakt, door rand van de pan en de goeie antikleef uiteraard. Ideaal voor als je net als ik een open keuken hebt, impress your guests, haha!
En zoals ik al aankondigde mag ik een setje van twee mooie Greenpans weggeven. Wat je ervoor moet doen is super easy. Gewoon even 3 mensen taggen in de Facebookpost op de Facebook pagina van Bye Bye Cheeseburger! Binnen een weekje selecteer ik random iemand die het pannensetje wint.
Ondertussen al helemaal terug in work-modus maar niet zo heel lang geleden dwaalde ik nog door de straten van The Big Apple. Wat een stad! Hoewel het niet de eerste keer was dat ik er kwam, moet ik toegeven dat mijn liefde voor NYC veel groter is geworden op mijn laatste trip. Zo groot zelfs dat iets in mij even dacht: ‘wat als ik nu eens gewoon hier kom wonen?’. Maar ik weet van vrienden die dat probeerden, dat die droom minder makkelijk waar te maken is dan je zou denken. Back to reality dus. Maar wel met een hoop inspiratie!
Want uiteraard kon ik de kans niet laten liggen om wat healthy hotspots uit te proberen. En daarvoor heb ik niet alleen de fancy dingetjes uitgeprobeerd, maar trok ik ook naar de hippie bars. Heel graag zet ik voor jou mijn bevindingen op een rijtje.
Ik begin alvast met te zeggen dat je in NYC niet veel research nodig hebt om je trip gezond te maken. In deze hippe stad heb je zowat overal gezonde opties. De vele vegans die in New York wonen hebben er ook voor gezorgd dat je zo goed als overal wel een gerechtje zonder dierlijke producten terug vindt.
The Butchers Daughter
Deze had ik van heel wat mensen aangeraden gekregen. En oh boy wat was dat terecht! Helemaal mijn ding, zowel qua eten als qua uitstraling. Spot on! The Butchers Daughter is volledig vegetarisch en bijna alles is glutenvrij en vegan. Behalve het plant-based gehalte is ook hun samenwerking met lokale mensen en producten en hun keuze om zoveel mogelijk biologische producten te gebruiken, een reden voor mij om hier heen te gaan. Het succes van The Butcher’s Daughter blijft zeker niet onopgemerkt en dus hebben ze ondertussen al verschillende locaties in NYC geopend. Je vindt ze in Nolita (19 Kenmare Street) en Westvillage (581 Hudson Street), ik ben bij die laatste geweest.
Verdict: dubbel en dik de moeite om hier naartoe te gaan.
Bluestone Lane Collective Caffee
By far het leukste plekje om te ontbijten! Mijn research heeft me duidelijk niet teleurgesteld. Overheerlijk was dit. Smart move is dat je hier van sommige dingen half-en-half kan krijgen. Zo kan je bv een een kleine portie granola krijgen gecombineerd met een halve toast avocado. LOVE IT! Wat laat het nu zo zijn dat ik een giga twijfelaar ben als het op ontbijtmenu’s aankomt. Toch heb ik hier voor de bananencake gekozen, en die was to-die-for! Ondertussen hebben ze vier locaties in New York. Ik ben in Collective Caffee geweest, maar je vindt ook nog locaties van hen in Brooklyn, West Village en The Upper East Side (Gossipgirl!).
Verdict: doen!
The Little Beet Table
Deze topper vind je waarschijnlijk niet als je het niet weet zijn. Niet zo ver van de Flat Iron bevindt zich een smalle veitrine met een verbazend groot etablissement achter. Reserveren is een must tenzij je heel vroeg komt. The Little Beet Table heeft zeker en vast een stevige protie groenten aan de basis liggen maar je vindt er ook kwaliteitsvlees zoals een hamburger van grasgevoerde runderen bv. Verder is TLBT ook 100% glutenvrij. Place to be: 333 Park Ave South.
Verdict: Heel leuk om ‘s avonds te doen, in combinatie met een bezoekje aan de Flat Iron.
Beyond Sushi
Als er een Food Market is die ik je kan aanraden is het wel Chelsea Market, het is niet enkel op zich gezellig, het ligt ook nog eens in Meat Packing District wat mijn favoriete buurt blijft in NYC. Je kan deze market ideaal combineren met een wandeling op de High Line, een oude treinbedding waar ze een prachtig pad van gemaakt hebben. Echt een must-do! Ten zuiden van de High Line vind je dan de Chelsea Market waar zich Beyond Sushi bevindt. Het is geen gewone sushi maar wel een vegan variant. Bye bye vis, hello groentjes dus. Dat klinkt misschien niet zo aantrekkelijk maar ik heb absoluut geen vis gemist. Heerlijk was het! Ze hebben ook nog locaties in East Village en Midtown West.
Verdict: Cheslea Market en de High Line kunnen niet ontbreken op je trip, combineer het zeker met een portie Beyond Sushi. Bij mooi weer ook heel leuk om de suhi uit te halen en bovenop de High Line op te eten.
Pain Quotidien
Yes I know, ik betrek ze elke keer opnieuw. De vertrouwde Pain Quotidiens.. En uiteraard wil je wel eens wat anders proeven in NYC. Maar toch is het handig om te weten dat er in New York meer dan 35 locaties zijn waar je een Pain Quotidien kan vinden. Er is er dus altijd eentje in de buurt en bij een grote salad craving kan je dus altijd even googlen waar de dichtstbijzijnde PQ is.
Verdict: Je vertrouwde stek, altijd in de buurt wanneer het nodig is.
Dimes
Oké dit is al wat meer hippie – en ik bedoel wel degelijk hippie en niet hipster. Vlakbij China Town bevindt zich dit barretje dat recent een grotere locatie opzocht. De vorige zaak bestaat ook nog en ligt op slecht 100m. Je kan er terecht voor ontbijt en lunch en ze bieden ook een redelijk grote thee selectie aan. Ze werken met goeie producten en zijn erg low-key. Niks fancy schmancy, maar basic, wat zeker niet slecht is want de smaken waar zeker goed. Ik heb er een acaibowl gegeten maar zowat alles wat ik rondom mij zag passeren zag er lekker uit. Place to be: 49 Canal Street.
Verdict: Als je in de buurt bent en je hebt zin in een klein ontbijtje of snelle lunch, zeker eens passeren.
Café Henrie
As hippie as it gets.. Goed om de echte hippies uit New York een keertje te spotten. Ze bieden een ruim assortiment salades aan. En verwacht je aan veeeel sla, letterlijk veel bladgroen. De zaak is erg basic en haalt zijn charme met zijn neonlichten.
Verdict: Als je er langs loopt kan je binnen gaan maar ik zou er zeker niet ver voor omlopen.
Tartinery
Dit was de eerste healthy spot die ik tegenkwam op mijn trip. Ik had wel wat dingen voorbereid maar het is altijd fijn om on-the-go nog wat leuke adresjes mee te pikken. Ik ben in Tartinery geweest in de Plaza Food Hall, das vlakbij Central Park en 5the Avenue. Dewelke je beiden sowieso toch gedaan moet hebben, dus de kans is groot dat je hier in de buurt komt en dan kan je naar Tartinery voor een gezonde hap. Ze hebben ook nog locaties op Mulberry Street (Tartinery Nolita) en op Liberty street (Tartinery Hudson Eats).
Wat je mag verwachten? Een kleine selectie aan ontbijttoppers zowals chia bowls en granola, maar vooral heel veel toast met gezonde toppings zoals avocado (al dan niet aangevuld met krab bijvoorbeeld). Mijn absolute favorieten zijn wel de verschillende salades met boerenkool ceasar salad bv of een quinoa bowl. Je kan er ook gazpacho en verschillende soepen krijgen. De vele toasts – het heet niet voor niets Tartinery natuurlijk – maken deze locatie ook perfect om met eender welk gezelschap heen te trekken. De rest van deze Foodmarket bevat trouwens heel wat zoetigheden – Doughnuttery onder andere, voor als je eens lekker wil zondigen.
Verdict: Als je ergens in de buurt bent en trek hebt, zeker de moeite om een klein ommetje voor te maken!
Peace Love Juice
Oké oke, niet echt origineel en misschien ook redelijk overbodig dat ik deze er bij betrek, want juice bars zijn niet echt moeilijk te vinden ofzo. Maar ik wilde het toch even meegeven. Deze juicebar vind je op verschillende locaties en het is ideaal om je dag te starten met een shotje tarwegras bijvoorbeeld. Das alvast wat ik gedaan heb. Meteen je ‘groen’ binnen op de vroege ochtend. Hier leerde ik trouwens tarwegras als een tequilla drinken.
Verdict: Als je passeert, binnen springen en een shotje nemen!
Verder zijn er een heel aantal zaken die op mijn lijstje stonden waar ik niet geraakt ben. Of waar ik gewoon eens langs gelopen ben maar niet gegeten heb. There is only so much a girl can eat he! 🙂
Op mijn lijstje staan dus nog Nourish Kitchen + Table, The Fat Raddish, Egg Shop, Oatmeals, De Maria, Avant Garden.
En dan koppel ik graag terug naar jou. Ben jij al in NYC geweest? Wat vond je van de gezonde opties? Heb je zelf leuke plekjes ontdekt die ik absoluut moet inplannen volgende keer?
Wie af en toe naar De Gezonde Goesting kijkt, die weet het ondertussen wel: ik maak heel veel met m’n blender. Héérlijk vind ik het om ‘s morgens te ontbijten met een acai bowl. Of smoothies in het algemeen natuurlijk, daarvoor heb ik altijd diepvries fruit in huis. Beetje amandelmelk erbij en in 1,2,3 heb ik een ontbijtsmoothie. Heel vroeger had ik vooral voor die smoothies een blender in huis. Maar met de tijd ben ik die blender voor zowat alles beginnen te gebruiken. Zo maak ik bijvoorbeeld ook heel veel sauzen met m’n blender; van heerlijke pesto’s tot cahewroom – voor de vegan ceasar salad uit m’n boek bijvoorbeeld.
Wie meer dan smoothies alleen wil maken heeft een stevige blender nodig. Onder andere mijn broccolibrood – dé topper uit seizoen 1 van De Gezonde Goesting – heeft echt nood aan goede en krachtige messen om van de broccoli fijne stukjes te kunnen maken. Een ander gerechtje waarvoor ik echt een highspeedblender nodig heb is ijs. Diepvriesfruit vorm je heel makkelijk in een gezond en lekker ijsje, maar ook hier is m’n blender cruciaal.
Mijn laatste nieuwe aanwinst is de Highspeed Blender van Philips: de Innergizer, die tot 97% van de voedingsstoffen uit groenten en fruit haalt (hoera!!). Wat ik een heel groot voordeel vind aan deze is dat hij een goeie grote kuip heeft – 2 liter – daardoor hoef ik niet in meerdere keren te blenden wanneer ik niet enkel voor mezelf een smoothie wil maken. Het is ook een heel stevige bodem, wat nodig is bij zo’n krachtig toestel en daardoor hoef ik hem ook niet bij het blok vast te houden wanneer ik blend. Om bijvoorbeeld broccoli ofzo fijn te malen vind ik het ook heel handig dat er een stamper bij is. Zo is het niet nodig om telkens de blender af te zetten en met een lepel of spatel rond te gaan. Gewoon even aanstampen zodat ook de overige broccoli de mesjes kan raken. Extra voordelen zijn zeker de BPA-vrije kuip en dat de blender makkelijk afgewassen kan worden in de vaatwasser.
Een blender is een investering, één van de beste die je kan doen in je ‘healthy kitchen’ – net omdat je er zoveel dingen mee kan maken. Maar een kwalitatieve blender is duur en ik weet dat heel veel mensen tegenhoudt. Eeeeeen als jij ook zo iemand bent dan heb ik heel goed nieuws voor jou want ik mag één Philips Highspeed Blender weggeven.
Wat moet je er voor doen?
Schrijf hieronder in de comments waarom jij een goeie blender zou kunnen gebruiken!
Regelmatig krijg ik de vraag wat mijn mening is over wijn, binnen het kader van een gezonde levensstijl. Persoonlijk drink ik geen alcohol. Nooit eigenlijk. Een jaar of drie geleden dronk ik voor het laatst een glaasje alcohol. Het was één of andere goedkope wijn die me absoluut niet smaakte maar die nu eemaal ‘al uitgeschonken’ was voor mij en dus voelde ik de sociale druk om het glas aan te nemen en bij tijd en stond toch een nipje te doen, tot het glas half vol – yes, i’m oh so positive – was dat het aanvaardbaar was om het te laten staan. Ik dronk toen eigenlijk al een hele tijd geen alcohol meer maar af en toe werd ik als het ware verplicht door de situatie. Tot ik beslist heb voet bij stuk te houden. ‘Oh je hebt al uitgeschonken? Jammer dan drink je er zelf maar twee’. Sociale druk op drinken, het is nog steeds heel aanwezig, maar das een ander verhaal.
Want hoewel ik zelf geen alcohol drink – vooral omdat ik het eigenlijk niet zo lekker vind en het vaak bijzonder veel suiker bevat – ben ik niet per se van mening dat het niet kan binnen een gezonde levensstijl. Een goed glas rode wijn bijvoorbeeld, staat bekend om zijn levensverlengende kwaliteiten door de hoeveelheid resveratrol. Af en toe eens een glas rode wijn kan dus zeker zijn waarde hebben – al nemen vele dit vaak aan als een goed excuus om elke avond een fles te kraken wat dan weer niet de beste strategie is.
Maar welke wijn neem je dan best? Zoals je weet ben ik steeds een voorstander van biologische producten. Waar het kan alleszins.. Hoe minder bestrijdingsmiddelen er in je voeding – en drank – zitten hoe beter. En zeker in geconcentreerde producten, stapelen deze zich al snel op. Omdat ik zelf niet zo thuis ben in de wereld van de wijnen wist ik eigenlijk weinig van de teelt en nog minder van de biologische teelt. Op de wijnflessen in de Bioplanet zag ik wel eens ‘biodynamische’ wijn staan. En tot voor kort wist ik eigenlijk niet goed wat dat nu inhield.
“Biodynamische wijn, wat is dat eigenlijk?”
Ik trok daarom naar dé streek bij uitstek die bekend staat voor zijn biologische en biodynamische wijnen. De streek om en rond Narbonnes in het zuiden van Frankrijk waar Gérard Bertrand zijn biodynamische wijnen teelt. Na een carrière van 30 jaar zijn ze ondertussen wereldleider op het vlak van de biodynamische wijnen. Dit leek me dus dé ideale plek om alles te leren over de biodynamische teelt.
Mijn eerste stappen op plantage waren op Domain De L’Aigle. Een prachtige heuvelvlakte en de heerlijke stilte – als stadsmeisje weet je zo’n dingen wel te appreciëren – waren de eerste dingen die me opvielen. Meteen kreeg ik een rondleiding over het domein en uiteraard was mijn eerste vraag: wat houdt biodynamische teelt nu in? En waar verschilt het van de ‘gewone’ biologische teelt.
“Biologische teelt is een procedure, biodynamische teelt is een filosofie” antwoordde de wijnboer. Een antwoord dat me weinig bij bracht maar dat de komende dagen een steeds duidelijkere betekenis kreeg. Biologische teelt vraagt een aantal vooropgestelde regels te volgen. Er mogen geen pesticiden of herbiciden gebruikt worden en ook geen kunstmest bijvoorbeeld. Wie zich aan de regels houdt, die mag zichzelf biologisch noemen. Biodynamiek gaat veel verder dan dat en vertrekt vanuit een andere invalshoek. De biodynamiek luistert naar de aarde en gaat samen met de grond steeds betere, natuurlijke manieren zoeken om het beste eruit te krijgen. Wie geen bestrijdingsmiddelen gebruikt die moet ervoor zorgen dat de plant zelf zo sterk mogelijk is zodat de afweerstoffen van de planten zelf zo hoog mogelijk zijn. Wat natuurlijk ook een impact heeft op de vele flavonoïden die we op deze manier binnenkrijgen.
De volgende wijngaard die we bezochten heeft zonder twijfel de meeste indruk op me gemaakt: de prachtige terreinen van Clos D’Ora. Het is moeilijk in woorden om te zetten wat een rust en zen deze plek uitstraalt. En het was hier dat ik verliefd werd op de holistische visie van Gérard Bertrand. Ik hou van mensen die gepassioneerd zijn door hun product maar wanneer ook de gehele levensfilosofie zo diepgeworteld mooi en natuurlijk is dan raakt het mijn hartje al helemaal. Wat is het prachtig om te zien dat in deze zeer commerciële markt mensen zo nauw met de natuur samenwerken. Dat ze durven een stapje terug te doen. Dat ze samen gaan werken met de aarde. Het respect voor de natuur is hier duidelijk bijzonder groot.
Eén van de eerste dingen die ik zag was de muilezel die met een ploeg over het land trok. Omdat er niet gespoten wordt tussen de planten moet de grond constant omgeploegd worden en dat doen ze nog steeds traditioneel met dieren. De wijnboer vertelt gepassioneerd over hoe hij gegroeid is in de biodynamische wijnteelt. “Biodynamisch telen heeft me weer voeling gegeven met de aarde. Ik moet constant de bodem lezen. De noden van de grond aanvoelen en erop inspelen. Heeft het enkele dagen geregend of was er veel zon, het betekent een totaal andere aanpak.”. Al snel leer ik dat er met heel veel dingen rekening gehouden wordt. De stand van de maan bijvoorbeeld, maar ook de stand van de planeten. Ik merk het al gauw: Clos D’Ora is het hart van de holistische visie die Gérard Bertrand uitdraagt.
Diezelfde avond ontmoet ik ook de man achter dit grote label: Gérard Bertrand himself. Een levensgenieter met een niet te beschrijven passie voor zijn product maar ook een charismatische man die bijzonder veel rust uitstraalt. Al snel hebben we het over yoga en hoe hij yoga nodig heeft in zijn leven. Ook over meditatie hebben we het. Het gesprek heeft allesbehalve een geitenwollensokken sfeer. Nee. Ik hou van de moderniteit van deze zakenman. Hoe hij gesteld is op zijn luxe – welverdiend na jaren knokken – en toch zo’n mooie filosofie, die zo dicht bij de natuur en de ecologie staat, erop na houdt. Er volgde een uitmuntend diner, in de meest mooie setting, waarbij ik genoten heb van zoveel mensen met zoveel passie over wijn te horen spreken. Ik heb niet veel verstand van wijn, maar de gelaagdheid en verfijnde kennis van deze vakmensen intrigeerde me enorm.
De volgende dag bezoek ik Sigalus, het terrein waar het allemaal begon. Waar Gérard Bertrand in 2002 voor het eerst een perceel biodynamische Merlot teelde. Gilles is er de wijnboer, de ‘biodynamische wijnmaster’ kan je hem wel noemen. Van hem wil ik uiteraard alles te weten komen over de biodynamische teelt.
Ze volgen het voorbeeld van Rudolf Steiner die ‘Lessons to farmers’ schreef. Hij vertelt me dat het belangrijkste is om ‘modest and humble’ te zijn. Om niet de natuur te willen controleren maar samen te werken met de natuur. De plant en zijn bodem zijn verbonden aan elkaar en binnen de biologische teelt gaat men wel al stoppen met de bodem af te breken maar de biodynamiek gaat nog een stapje verder en gaat leven geven aan de bodem.
Gilles laat me zien hoe ze eerst het water dynamiseren. Dit doet men om het zelfde effect te bereiken als vers bronwater dat uit de bergen komt. Het wordt in een ton rondgezwierd om dezelfde chaos te creëren. Met dat water worden verschillende planten gemengd en verhit en daarna weer verwijderd, zodat het een soort homeopathische verstuiving wordt. Deze wordt dan over de akkers verneveld wanneer de wijnmaster ziet dat de bodem of de planten het nodig hebben. Er wordt rekening gehouden met de stand van de maan, de zon en de planeten. Maar Gilles kijkt ook veel naar de planten en het gras dat tussen de druivenstruiken groeit. Daar kan hij bijvoorbeeld uit afleiden dat de grond silicium nodig heeft, wat het skelet van de plant gaat versterken. Sterke planten is key voor de biodynamische wijnteelt. En noodzakelijk om een goede oogst te kunnen kweken.
Wat ben ik blij dat ik dit allemaal eens in levende lijven heb kunnen zien. Vooral de mooie filosofie blijft me bij. In het gesprek met Gérard Bertrand vertelde hij me dat zijn doel is om uiterst excellente wijn te maken, maar dat hij ook de gezondste wijn wil maken met het diepste respect voor de natuur. Dat hij de biodiversiteit wil behouden en omarmen, hoe ze steeds nieuwe inspanningen doen om de natuur extra te ondersteunen, met bijvoorbeeld bijenkasten te voorzien op de velden. Je vindt daarom ook het bee-friendly label op de wijnen van Gérard Bertrand. Verder zijn ze ook één van de weinigen die een wijn hebben die volledig vegan is. Aan wijn worden namelijk proteïnen toegevoegd die quasi altijd van dierlijke oorsprong zijn. Ook daar maakt Gérard Bertrand het verschil.
