Wie ooit een afdaling maakte door verse poedersneeuw of een wandeling maakte door een bevroren berglandschap, weet: wintersport is geen gewone vakantie. Het is een cocktail van adrenaline, rust, frisse lucht en gezelligheid. En hoewel de meesten het associëren met skiën of snowboarden, is het effect ervan op lichaam en geest veel breder dan enkel sportieve inspanning. Denk aan een verhoogde weerstand, betere slaap, en zelfs een mentale reset die je nergens anders zo puur ervaart.
Laten we beginnen bij het fysieke aspect. Skiën en snowboarden vragen een flinke portie kracht, coördinatie en uithoudingsvermogen. Je traint je core zonder dat je het merkt – probeer maar eens elegant een bocht te maken zonder je buikspieren aan te spannen. Zelfs wandelen in de sneeuw – met of zonder sneeuwschoenen – is een stevige training voor je benen en cardiovasculair systeem. Voeg daar de ijle berglucht aan toe, die je longen even wakker schudt, en je hebt een work-out waar geen fitnesszaal tegenop kan.
Maar wintersport doet ook iets met je hoofd. Misschien is het de combinatie van natuur, stilte, en fysieke beweging die maakt dat je vanzelf loskomt van de sleur. Tijdens een afdaling is er geen ruimte voor piekeren. Je bent volledig aanwezig, in het moment, gefocust op de sneeuw onder je voeten en de horizon voor je. In zekere zin is het meditatief – een soort mindfulness, maar dan met thermisch ondergoed en skischoenen aan.
De magie van bergen: wat maakt ze zo bijzonder?
Er is iets aan bergen dat ons aantrekt. Niet voor niets trekken we massaal naar de Alpen, Pyreneeën of Dolomieten zodra de eerste sneeuw valt. Het landschap verandert niet alleen fysiek – het werkt ook in op onze emoties. De zuivere lucht, het eindeloze uitzicht, het contrast tussen knisperende kou buiten en de warme berghutten binnen… Het is alsof alles daar helderder wordt. Alsof je jezelf een beetje heruitvindt.
Zelf heb ik meer dan eens het gevoel gehad dat de bergen mij opnieuw op adem lieten komen. Niet alleen letterlijk, met volle longen, maar ook figuurlijk. Alsof de hectiek van het dagelijkse leven lager in het dal bleef hangen en ik daarboven opnieuw kon zien wat er écht toe doet.
Een dag in de bergen heeft ook zijn eigen ritme. Vroeg opstaan, de berg op, pauzeren met warme chocomelk of een bord rösti, en dan opnieuw de sneeuw in. Je slaapt er dieper, eet met meer smaak, en lacht met meer gemak. Misschien is het net die eenvoud die wintersport zo’n krachtige uitwerking geeft. Geen eindeloze to-do’s, geen schermtijd, geen drukte – enkel jij, de sneeuw, en af en toe een beslagen bril.
Is wintersport ook ontspanning? Absoluut!
Wie denkt dat een wintersportvakantie alleen maar fysieke inspanning is, vergist zich. De après-ski is legendarisch, maar er is méér. Denk aan wellnesshotels met uitzicht op besneeuwde dennenbossen. Warme thermale baden in de buitenlucht waar je stoom ziet opstijgen terwijl sneeuwvlokken op je gezicht vallen. Of sauna’s waar je de kou letterlijk uit je lijf zweet, gevolgd door een rustruimte met schapenvachten en kruidenthee.
Sommigen gaan zelfs puur voor die ontspanning. Geen ski’s aan hun voeten, wel stevige sneeuwschoenen of een slee. Langlaufen door een stil dal, of een romantische tocht met een paardenslee – ook dat is wintersport. En onderschat het mentale effect niet van die eenvoud. Je hebt maar weinig nodig om je goed te voelen, blijkt daar. Een warme jas, een thermos thee en een wit landschap kunnen wonderen doen.
Zelf vond ik in de bergen de stilte die ik nergens anders vond. Geen achtergrondruis van verkeer of telefoons, maar enkel het kraken van sneeuw onder je voeten en af en toe het gezoem van een skilift. En het gekke is: die stilte maakt lawaai in je hoofd stil. Alsof je hersenen ineens op ‘pauze’ kunnen drukken.
Wat maakt een wintersportvakantie zo verbindend?
Wintersport beleef je zelden alleen. Je staat samen op de latten, zit met rode wangen aan tafel, speelt kaarten in de avond of warmt je handen aan dezelfde glühwein. Het versterkt banden – of dat nu met vrienden, partner of kinderen is.
Kinderen die leren skiën, maken vaak een grote sprong in zelfvertrouwen. Het gevoel van “ik kan dit” als ze zelfstandig de berg afkomen is onbetaalbaar. En het plezier van samen lachen na een mislukte bocht of een valpartij is pure bonding. Je deelt iets fysieks, iets oprecht, iets wat je bijblijft.
Ook als koppel is een week in de sneeuw soms helend. Je praat weer, wandelt samen, zit ’s avonds onder een dekentje – weg van alles wat thuis tussen jullie instaat. En zelfs als je als vriendenclub vertrekt, ontstaan er herinneringen die je de rest van het jaar voeden. Denk aan fondues bij kaarslicht, sneeuwballengevechten, of dat hilarische moment met de skilift.
Wat wintersport bindt, is misschien net dat het buiten je gewone leven valt. Je hebt alleen elkaar, de sneeuw en de zon. En dat is vaak meer dan genoeg.
Er zijn van die momenten waarop alles even tegenzit. Je ochtendkoffie valt om, je inbox ontploft en de regen striemt tegen het raam alsof de wolken hun persoonlijke vete met jou uitvechten. Wat kan je dan beter doen dan je in de armen van iemand te nestelen? Een knuffel is als een warme, levende pleister voor de ziel, en er schuilt veel meer achter dan zomaar wat gezelligheid. Wetenschappelijk onderzoek, persoonlijke ervaringen en pure intuïtie wijzen allemaal dezelfde kant op: knuffelen doet iets wezenlijks met ons. Iets dat verder gaat dan woorden.
Waarom voelen we ons beter na een knuffel?
Het antwoord ligt deels in onze hersenchemie. Wanneer we knuffelen, komt oxytocine vrij, ook wel het ‘knuffelhormoon’ genoemd. Oxytocine is als die stille kracht achter de schermen die ons rustiger, gelukkiger en meer verbonden doet voelen. Niet toevallig stijgt de productie van dit hormoon ook bij moeders die hun pasgeboren baby vasthouden. Daarnaast daalt de hoeveelheid cortisol – ons stresshormoon – wat ervoor zorgt dat spanningen als sneeuw voor de zon kunnen verdwijnen. Een simpele omhelzing kan dus letterlijk je stressniveau verlagen.
Maar dat is nog niet alles. Knuffelen stimuleert ook de aanmaak van serotonine en dopamine, neurotransmitters die ons een gevoel van welzijn geven. Denk aan serotonine als het zonnetje in je hoofd dat alles net dat tikkeltje lichter maakt. Dopamine, aan de andere kant, is als die enthousiaste cheerleader die je aanmoedigt wanneer je even vastloopt. Door deze chemische cocktail kan een knuffel je humeur binnen enkele seconden een stevige boost geven.
Kan knuffelen fysieke pijn verlichten?
Hoewel het misschien wat magisch klinkt, is het effect van knuffelen op pijnklachten behoorlijk nuchter te verklaren. Ons zenuwstelsel verwerkt fysieke pijn en emotionele pijn op vergelijkbare manieren. Daardoor kan het ervaren van verbondenheid – bijvoorbeeld door een knuffel – de intensiteit van pijngevoelens verlagen. Het is alsof de warmte en aanwezigheid van iemand anders een zachte filter over je zenuwen legt.
Studies hebben aangetoond dat mensen die regelmatig fysieke affectie ontvangen, zoals knuffels of hand-in-hand wandelen, minder last hebben van chronische pijnklachten. Als iemand met een eigen rugzak vol sportblessures kan ik bevestigen dat een stevige omhelzing soms effectiever werkt dan een ibuprofen. Misschien is het tijd dat artsen naast medicijnen ook knuffels voorschrijven, al zou de wachtruimte van huisartsen er dan wel heel gezellig uitzien.
Hoe knuffelen helpt bij angst en depressieve gevoelens
Angst en depressie zijn stille saboteurs van ons geluk. Ze nestelen zich langzaam, zetten je hersenen in een wurggreep en laten je geloven dat je alleen bent. Maar knuffelen kan, hoe eenvoudig het ook lijkt, een krachtig tegengif zijn. Door de vrijgave van oxytocine krijgen gevoelens van verbondenheid en vertrouwen een zetje. Dat is niet zomaar feelgood-psychologie; er zijn serieuze wetenschappelijke aanwijzingen dat sociale verbondenheid een beschermende factor is tegen psychische problemen.
Een regelmatige dosis lichamelijke affectie kan bijdragen aan het versterken van je zelfbeeld en het verminderen van gevoelens van eenzaamheid. En nee, het hoeft niet altijd een ellenlange Hollywood-waardige knuffel te zijn. Zelfs een korte, oprechte aanraking kan de sluier van angst even optillen. Zelf maak ik er een gewoonte van om mijn kat te knuffelen wanneer het leven me overweldigt – ook al kijkt hij me soms aan alsof ik zijn persoonlijke ruimte schend. Dieren blijken trouwens net zo ontvankelijk te zijn voor de voordelen van knuffelen als mensen.
Waarom sommige mensen moeite hebben met knuffelen
Hoewel knuffelen tal van voordelen heeft, voelt het niet voor iedereen vanzelfsprekend aan. Sommige mensen groeien op in een omgeving waarin fysieke affectie zeldzaam was, waardoor ze zich minder op hun gemak voelen bij omhelzingen. Anderen hebben negatieve ervaringen opgedaan waardoor hun grenzen anders liggen. Dat is volkomen normaal en verdient respect.
Toch kan het voorzichtig verkennen van positieve aanraking – op een tempo dat je zelf kiest – wonderen doen. Start klein: een handdruk, een arm om iemand heen, een korte schouderklop. Soms zijn het juist die kleine, beheerste gebaren die de brug slaan naar meer verbondenheid. Niemand hoeft een knuffelkampioen te worden om de voordelen te plukken. Het draait vooral om authenticiteit en wederzijds respect.
Wat als je niemand hebt om mee te knuffelen?
Niet iedereen heeft dagelijks iemand om te omhelzen, en dat kan pijnlijk aanvoelen, vooral in een maatschappij waarin verbondenheid soms schaars lijkt. Gelukkig zijn er alternatieven die het oxytocineniveau kunnen opkrikken. Denk aan een intens gesprek met een vriend, vrijwilligerswerk doen, of zelfs jezelf letterlijk in een warme deken wikkelen. Het gaat om het creëren van gevoelens van veiligheid en verbondenheid, ook al gebeurt dat niet via een traditionele knuffel.
Zelfs activiteiten zoals meditatie, ademhalingsoefeningen en het aaien van een huisdier kunnen een soortgelijk effect hebben. Wat ik persoonlijk altijd troostend vind, is wandelen in de natuur: bomen lijken soms beter te luisteren dan mensen, en een stevige boom omarmen (ja, echt waar) voelt verrassend heilzaam. Het heeft misschien niet het sociale aspect van een menselijke knuffel, maar de rust en aarding die je ervan krijgt, zijn minstens zo waardevol.
Hoe kan je meer knuffelmomenten in je leven brengen?
Zoals met zoveel dingen die goed zijn voor ons, komt het aan op bewust kiezen. Wachten tot knuffels toevallig je pad kruisen, is een beetje zoals wachten tot er ooit een regenboog in je keuken verschijnt. Maak ruimte voor affectie door zelf het initiatief te nemen. Vraag je vrienden of familie om een knuffel, zonder je daar ongemakkelijk over te voelen. Geef je partner een knuffel zonder reden. Creëer rituelen: een knuffel bij het afscheid nemen, bij thuiskomst, of simpelweg als blijk van waardering.
Vergeet ook niet jezelf in het verhaal. Zelfzorg kan soms beginnen bij het toestaan van zachtheid en nabijheid. Een knuffel is, in de kern, een erkenning van het feit dat we sociale wezens zijn die gedijen op verbinding. Het is geen zwakte, maar een stille kracht. Zoals een kampvuur dat niet schreeuwt maar toch iedereen warm houdt. Knuffelen is, in mijn ogen, een van de meest onderschatte gezondheidsgewoonten die we kennen. Een medicijn zonder bijsluiter, zonder kosten, maar met een rendement dat elke belegging overtreft.
De geur van houtskool, het zachte gesis van vlees dat op het vuur ligt, het gelach van vrienden op de achtergrond… Een zomer zonder barbecue is als een tuin zonder bloemen: het mist iets essentieels. Toch sluipt er vaak ook een schaduwkant in die gezellige momenten. Barbecueën kan, als we niet opletten, een bron zijn van ongezonde gewoontes. Maar gelukkig hoeft dat helemaal niet zo te zijn. Met een paar eenvoudige, slimme keuzes kan de barbecue net zo gezond zijn als een frisse zomersalade. Sterker nog: ik vind het persoonlijk een sport om een BBQ zo gezond mogelijk én lekker te maken.
Vervang rood vlees eens door vis of plantaardige alternatieven
Hoewel een sappige côte à l’os menig hart sneller doet slaan, is het geen geheim dat te veel rood vlees samenhangt met gezondheidsrisico’s zoals hart- en vaatziekten. Daarom is het verfrissend – letterlijk en figuurlijk – om wat vaker te kiezen voor vis of plantaardige opties op de grill. Denk aan zalmfilets, tonijnsteaks of heerlijke spiesjes van gemarineerde garnalen. Ze zijn niet alleen lichter verteerbaar, maar brengen ook een vleugje vakantiegevoel op tafel.
Voor wie liever de zee overslaat: groenten zoals aubergine, courgette, paprika en zelfs bloemkool doen het fantastisch op het vuur. Met een beetje olijfolie, zeezout en een snuf gerookt paprikapoeder tover je ze om tot sterren van de avond. En eerlijk? Soms mis ik het vlees totaal niet wanneer ik een goed gevulde groentespies eet, zacht geroosterd en knapperig tegelijk.
Hoe beperk je schadelijke stoffen bij het grillen?
Wanneer vlees – of welk voedingsmiddel dan ook – verbrandt of te hard wordt geroosterd, ontstaan er stoffen zoals PAK’s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) en HCA’s (heterocyclische amines). Niet bepaald de beste vrienden van je lichaam. Gelukkig kan je met enkele simpele trucs deze boosdoeners flink terugdringen.
Een absolute klassieker is het marineren van vlees en vis. Niet alleen tilt een marinade de smaak naar een hoger niveau, het vormt ook een beschermend laagje dat verbranding tegengaat. Kies marinades op basis van olie, citroen, look en kruiden, en vermijd suikerrijke sauzen die snel karamelliseren en verbranden. Zelf gebruik ik vaak een mengsel van olijfolie, citroen, tijm en oregano – eenvoudig maar onweerstaanbaar.
Daarnaast helpt het om vlees niet direct boven de vlammen te grillen. Indirect barbecueën, waarbij je het voedsel naast in plaats van boven het vuur legt, voorkomt zwarte, verbrande korsten. Een truc die ik jaren geleden van een doorgewinterde grillmaster heb opgepikt: laat houtskool eerst volledig wit worden voor je begint te grillen. Dat zorgt voor een stabielere temperatuur en minder vlammen.
Maak kleurrijke salades en bijgerechten het hart van de maaltijd
Wie zegt dat een barbecue draait om vlees, heeft nog nooit een tafel vol levendige, geurende salades gezien. Denk aan een frisse quinoa-salade met munt en granaatappelpitten, een klassieke Griekse salade met sappige tomaten en feta of een geroosterde bietensalade met walnoten en geitenkaas. Kleuren op je bord betekenen vaak ook een breed scala aan voedingsstoffen, van antioxidanten tot vezels.
Persoonlijk maak ik er altijd een punt van om minstens drie soorten groentebijgerechten te serveren. Niet alleen voor de smaak, maar ook om het evenwicht in de maaltijd te bewaren. Zo grijpen gasten automatisch minder naar zware stukken vlees en meer naar lichte, voedzame alternatieven. En laten we eerlijk zijn: een tafel die gonst van kleur en geur, nodigt gewoon uit om meer te proeven.
Een simpele favoriet in mijn repertoire: gegrilde groene asperges met een beetje citroenzeste en geraspte Parmezaan. Snel, simpel, maar gegarandeerd het eerste dat op is.
Wat drink je bij een gezonde barbecue?
De drankjes worden bij een zomerse barbecue soms een beetje stiefmoederlijk behandeld. Bier en frisdrank voeren vaak de boventoon, maar ze dragen weinig bij aan een gezonde setting. Gelukkig bestaan er tal van alternatieven die minstens even verfrissend zijn en bovendien gezonder.
Water met een twist is altijd een winnaar. Een karaf gekoeld water met schijfjes citroen, munt en komkommer staat niet alleen prachtig op tafel, maar nodigt ook uit tot vaker bijvullen. Zelf ben ik ook fan van zelfgemaakte icetea zonder suiker: groene thee met een beetje honing, afgewerkt met verse munt en citroen, is een verademing op een warme dag.
Wie toch een beetje feestelijk wil klinken, kan kiezen voor een glas rosé of een lichte prosecco – met mate uiteraard. Alcohol vertraagt immers de vetverbranding, iets waar je lichaam midden in de zomer niet echt op zit te wachten. Soms kies ik ervoor om na één glaasje over te schakelen op bruiswater, gewoon om het luchtig te houden. Letterlijk en figuurlijk.
Vergeet het toetje niet, maar doe het op een gezonde manier
Een barbecue afsluiten zonder dessert voelt voor mij een beetje als een boek zonder laatste hoofdstuk. Toch hoeft dat toetje geen suikerbom te zijn. Gegrild fruit is een heerlijke, lichte optie die perfect past bij een zomerse avond.
Leg eens een paar halve perziken, ananasschijven of bananen met schil op de grill. Door de warmte karameliseren de natuurlijke suikers en ontstaat er een onweerstaanbare zoetigheid, zonder extra toegevoegde suiker. Een bolletje pure kokosroom of een beetje ongezoete Griekse yoghurt erbij en je hebt een dessert om duimen en vingers bij af te likken.
Een persoonlijke favoriet van mij blijft gegrilde ananas met een beetje kaneel. Het ruikt alsof iemand een karibische cocktail in een dessert heeft veranderd – onweerstaanbaar.
Gezond barbecueën draait niet om het opofferen van gezelligheid of smaak. Integendeel, met enkele slimme keuzes kan een zomerse grillavond niet alleen lekkerder, maar ook veel vitaler worden. En als ik eerlijk ben? De complimentjes over de verrassende gerechten smaken bijna even goed als het eten zelf.
Wafels als ontbijt? Dat klinkt misschien als een zondagse zonde, maar met de juiste ingrediënten kunnen wafels verrassend gezond én voedzaam zijn. In dit recept combineren we volle yoghurt met havermout en een vleugje honing voor een licht, luchtig en gezond ontbijtwafelbeslag. Perfect om de dag mee te starten — en je kan ze ook makkelijk invriezen voor drukke ochtenden!
🥣 Ingrediënten voor 6 à 8 gezonde ontbijtwafels
150 g havermout (of fijne havervlokken)
200 ml volle yoghurt (Griekse yoghurt werkt heerlijk)
kokosolie of roomboter om het wafelijzer in te vetten
👩🍳 Bereiding
Mix de havermout in een blender of keukenmachine tot je een meelachtig poeder krijgt. Je kan ook havermeel gebruiken als je dat in huis hebt.
Doe het havermeel in een mengkom en voeg het bakpoeder, zout en eventueel kaneel toe.
In een aparte kom klop je de eieren los. Voeg de geprakte banaan, yoghurt, honing en vanille toe. Meng goed.
Voeg de natte ingrediënten toe aan de droge en meng tot een egaal beslag. Het mag wat dikker zijn dan pannenkoekenbeslag.
Laat het beslag 5 à 10 minuten rusten zodat de havermout wat vocht opneemt. Ondertussen kan je het wafelijzer voorverwarmen.
Vet het wafelijzer lichtjes in met kokosolie of boter. Schep een portie beslag in het ijzer en bak de wafels in 4 à 6 minuten goudbruin.
🍓 Serveerinspiratie
Deze wafels zijn op zichzelf al lekker, maar je kan ze afwerken met:
Verse bessen en een schepje yoghurt
Schijfjes banaan en wat extra honing
Een lepeltje notenpasta of tahin
Geroosterde noten of pitten voor een crunch
Of gewoon wat pure chocolade voor de luxeversie 😉
💡 Tips
Geen banaan in huis? Gebruik 100 g appelmoes als alternatief.
Voor een glutenvrije versie: kies gecertificeerde glutenvrije havermout.
Over? Laat afkoelen en vries de wafels afzonderlijk in. Even opwarmen in de broodrooster en je ontbijt is klaar!
Met deze wafels start je de dag met een glimlach én een verzadigd gevoel. Een gezond ontbijt hoeft echt niet saai te zijn — soms is het gewoon een kwestie van slimme swaps maken in je favoriete comfortfood.
De donkere dagen van de winter maken plaats voor bloesemende bomen, langere avonden vol zonlicht en een zekere lichtheid in de lucht. Veel mensen merken dat ze zich in de lente en de zomer net even wat energieker en vrolijker voelen. Maar hoe komt het eigenlijk dat juist deze seizoenen zo’n positieve invloed hebben op onze stemming? Hieronder gaan we in op enkele belangrijke factoren die bijdragen aan dat opgewekte gevoel.
1. Meer daglicht en vitamine D
Licht als stemmingsbooster
Daglicht speelt een cruciale rol in onze biologische klok. Wanneer de dagen langer worden, krijgen we simpelweg meer natuurlijke lichtprikkels binnen. Onze hersenen reageren daarop met aanpassingen in de productie van hormonen, zoals melatonine (het ‘slaaphormoon’) en serotonine (het ‘gelukshormoon’). Het extra daglicht helpt ons wakkerder en energieker te blijven. Bovendien kan een betere afstemming van het natuurlijke slaap-waakritme zorgen voor een diepere, kwalitatief betere nachtrust, wat weer bijdraagt aan een hoger energieniveau overdag.
Vitamine D als belangrijke speler
Zonlicht stimuleert de aanmaak van vitamine D in de huid. Deze vitamine is niet alleen belangrijk voor stevige botten en een gezond immuunsysteem, maar ook gelinkt aan onze stemming. Verschillende studies wijzen uit dat een tekort aan vitamine D kan samenhangen met depressieve klachten. In de lente en zomer krijgt je lichaam dus de kans om (meer) vitamine D aan te maken door direct zonlicht, wat indirect een positieve invloed kan hebben op je gemoedstoestand.
2. Warmer weer en meer buitenactiviteiten
Actief en sociaal
Met stijgende temperaturen trekken we vaker naar buiten. We gaan wandelen, fietsen, sporten in het park, lunchen op een terras of zwemmen in open water. Deze buitenactiviteiten zorgen niet alleen voor meer beweging (wat op zich al goed is voor de stemming), maar ook voor meer sociale interactie en frisse lucht. Al deze aspecten dragen bij aan een algemeen gevoel van welbevinden.
Regelmatig bewegen bevordert bovendien de aanmaak van endorfines in je lichaam — deze hormonen kunnen zorgen voor een gevoel van gelukzaligheid. Combineer dat met de zon op je huid en een lekkere bries, en het is niet zo gek dat je opeens een stoot positieve energie voelt.
Meer flexibiliteit en spontane uitjes
Daarnaast zijn lente en zomer periodes waarin veel mensen vakantie nemen, weekendtripjes plannen of spontaan ’s avonds nog de deur uit gaan, juist omdat het nog lang licht is en lekker warm. Dit verhoogt de kans op leuke ervaringen, nieuwe ontmoetingen en (mini-)avonturen die je humeur een boost geven. Ook al ga je niet per se ver weg, het idee dat “alles kan en mag” (door langere dagen en gematigde temperaturen) is al voldoende om je brein in een optimistischere modus te zetten.
3. Positieve associaties met groei en nieuw begin
Lente: symbool voor vernieuwing
De lente wordt van oudsher geassocieerd met vernieuwing, groei en bloei. De natuur ontwaakt na de winter, bloemen komen tot leven, vogeltjes fluiten vroeg in de ochtend. Al deze visuele en auditieve prikkels hebben een positieve uitwerking op onze mindset. Onze hersenen zijn namelijk gevoelig voor patronen in de natuur; veranderingen in kleur en geur (zoals bloesems en lentebloemen) kunnen ons een gevoel van “nieuw begin” geven.
Er zijn zelfs theorieën die stellen dat mensen evolutionair geprogrammeerd zijn om energieker te worden als de natuur bloeit, omdat er dan meer voedselbronnen beschikbaar kwamen. Hoewel dat niet met zekerheid te zeggen is, is het aannemelijk dat onze psychologie en fysiologie meebewegen met seizoensveranderingen, grotendeels gestuurd door licht en temperatuur.
4. Geestelijke en sociale factor
Zomerse vibe en openheid
Veel mensen ervaren in de lente en zomer een zekere openheid naar de wereld en anderen toe. We durven misschien gemakkelijker op nieuwe mensen af te stappen, of zijn sneller te vinden voor after-work drinks op een terras. Dit sociale aspect draagt bij aan een algeheel geluksgevoel, omdat menselijke verbinding een sterke drijfveer is voor positieve emoties.
De “vakantiementaliteit”
Los van het feit of je daadwerkelijk weggaat, heerst er in de zomermaanden vaak een ontspannen sfeer. Mensen kijken uit naar festivals, barbecues en stranddagen, of genieten simpelweg van een ijsje in het park. Dit gevoel van “er is tijd en ruimte voor plezier” vertaalt zich naar minder stress en meer positieve emoties. We richten onze aandacht eerder op leuke activiteiten en relaxmomenten dan op de sleur van alledag.
5. Risico op “zomerdepressie”? Ja, dat kan ook
Hoewel de lente en de zomer voor de meeste mensen een opkikker betekenen, geldt dat niet voor iedereen. Er is ook een minder bekende vorm van seizoensgebonden depressie (SAD) die in de zomer opspeelt in plaats van in de winter. Overmatige warmte, allergieën of sociale druk (om “eruit” te gaan en te genieten) kunnen bij sommigen juist tot stress en somberheid leiden.
Dus ook al zijn de positieve invloeden groot, het effect van seizoenen verschilt per persoon. Factoren als leefomstandigheden, werkstress, gezondheid en sociale omgeving spelen eveneens een rol in hoe je je voelt, ongeacht het jaargetijde.
Hoe haal je er het beste uit?
Als je merkt dat je je wel prettiger voelt in de lente en zomer, kun je die natuurlijke boost optimaal benutten door:
Meer buiten te komen: plan dagelijkse wandelingen, eet je lunch buiten, kies voor buitenfitness als het kan.
Sociaal actief te blijven: organiseer picknicks, barbecues, stranduitjes of terrasmeetings. Sociale contacten kunnen je humeur verhogen.
De positieve energie te gebruiken: heb je nieuwe doelen of projecten in gedachten? De extra energie kan helpen om die van de grond te krijgen.
Bescherm je huid tegen de zon: blijf voldoende insmeren, want je wilt wél de voordelen van de zon, maar niet het risico van verbranding of huidbeschadiging.
Een gebalanceerd ritme: langer licht kan verleiden tot te laat naar bed gaan. Probeer alsnog voldoende nachtrust te pakken, zodat je energiek blijft.
Een samenspel van licht, temperatuur en sociale dynamiek
De lente en zomer hebben een unieke combinatie van factoren die ons gelukkiger kunnen maken: meer zonlicht (en vitamine D), hogere temperaturen, een overdaad aan buitenactiviteiten en een algemeen gevoel van optimisme en sociale openheid. Dat leidt tot betere stemming, meer energie en vaak ook een gezonder dagritme. Natuurlijk is er ook een verschil van persoon tot persoon; sommige mensen voelen zich in de koudere maanden juist beter. Maar voor velen is de komst van zon en warmte een welgekomen “pick-me-up” na de donkerdere wintermaanden.
Benut die langere dagen, laat je lichaam en geest profiteren van het natuurlijke licht en de frisse buitenlucht, en organiseer leuke uitstapjes en ontmoetingen. Op die manier haal je het maximale uit deze seizoenen en kun je vol positieve energie genieten van alles wat de lente en zomer te bieden hebben.
Het is 2025 en Donald Trump heeft opnieuw de touwtjes in handen. Dat betekent onvoorspelbare tweets, stevige politieke uitspraken en een golf van nieuwskoppen die elkaar in sneltreinvaart opvolgen. Of je nu in Europa woont of in de Verenigde Staten, de impact van zo’n turbulente politieke periode kan je stemming behoorlijk beïnvloeden. Er is een constante informatiestroom, socialmediaplatforms ontploffen met meningen, en het voelt alsof de wereld dagelijks heen en weer wordt geschud door controversiële beslissingen.
In deze onstuimige tijden heb ik gemerkt dat mijn eigen innerlijke rust weleens in het gedrang komt. Ik probeer me vast te klampen aan bepaalde strategieën om niet verstrikt te raken in de maalstroom van sensatie, paniek en doemdenken. Hieronder deel ik hoe ik dat aanpak—misschien kan het jou ook helpen, of geeft het je in elk geval herkenning en houvast.
1. Het nieuws met mate volgen
Waarom eindeloos scrollen je hoofd op hol kan brengen
We worden in 2025 overspoeld door nieuws: pushmeldingen op je telefoon, breaking news op de televisie, discussies op social media… Het is te veel om allemaal te verwerken. En het lijkt wel alsof elke uitspraak van Trump leidt tot woede of applaus, afhankelijk van welke kant je politieke voorkeur zit. Hoe verleidelijk het ook is om “bij te blijven”, het resultaat van onophoudelijk nieuws checken kan een constant gevoel van onrust zijn.
Wat ik geleerd heb, is dat de informatiestroom nooit stopt. Doomscrolling is een gevaar. Er is altijd weer een nieuw schandaal of een nieuwe beslissing om je druk over te maken. Daardoor blijft je brein in de actiestand. Je voelt onbewust dat je moet reageren of positie moet innemen, en je gedachten blijven op volle toeren draaien. Dat kost bakken energie en kan leiden tot stress of angst.
Bewuste mediaconsumptie
Om hier rustig onder te blijven, plan ik specifieke “nieuwsmomenten” in: bijvoorbeeld ‘s ochtends een halfuurtje en aan het eind van de dag nog eens. Daarbuiten probeer ik mijn telefoon niet te bombarderen met nieuwsalerts. Ik lees liever een kwalitatieve, diepgaande samenvatting van het politieke gebeuren dan alle losse flarden te volgen. Dan zie ik beter het grotere plaatje, zonder dat ik me opjaag over elk detail.
Dit betekent niet dat ik mijn kop in het zand steek. Ik wil best weten wat er gebeurt, maar ik ben me bewust van mijn mentale grenzen. Bij grote gebeurtenissen neem ik de tijd om een betrouwbare bron te raadplegen—geen snelle sensatie-berichtgeving, maar liever een goed artikel of een podcast met context. Af en toe een digitale detox inlassen, al is het enkele uren, kan het verschil maken.
2. Emotioneel afstand nemen van politieke ophef
Energie steken in wat je kunt beïnvloeden
Wanneer Trump iets doet wat mij erg raakt—bijvoorbeeld een harde uitspraak over migratie, klimaatverandering of binnenlandse aangelegenheden—is de verleiding groot om in de emotie te blijven hangen. Ik kan me dan enorm druk maken, me bezwaard voelen of zelfs somber worden over de toekomst van de wereld. Maar helpt dat mij of iemand anders? Meestal niet.
Wel kan ik kijken naar: wat kan ik zélf doen? Misschien door te doneren aan organisaties die werken aan thema’s die mij aan het hart liggen. Of door een lokale actie te steunen, mee te doen aan een demonstratie, een constructieve brief te sturen naar een volksvertegenwoordiger, of een petitie te ondertekenen. Op die manier voel ik me minder hulpeloos. Ik focus op mijn eigen invloedssfeer, hoe klein of groot die ook is.
Het verschil tussen meeleven en overleven
Je kunt politiek volgen, empathie voelen voor mensen die erdoor geraakt worden, en toch niet volledig verzanden in woede of verdriet. Dat vereist een zekere “emotionele afstand.” Ik heb geleerd om nieuwsfeit en emotie te scheiden. Dat is niet koud of ongeïnteresseerd, maar het betekent dat ik me bewust ben van mijn grenzen. Als je élke dag in de ontstane chaos duikt, is de kans groot dat je uitgeput raakt en je dagelijkse leven eronder lijdt.
Soms helpt het om bij mezelf te checken: “Word ik hier nu oprecht door geraakt omdat het direct met mijn leven te maken heeft, of raak ik gewoon opgewonden/boos omdat de media me die kant op duwen?” Vaak is het een combinatie. Maar door een pas op de plaats te maken, voorkom ik dat ik onbeheerst word meegesleurd in de emotie.
3. Social media: zegen en vloek
De echokamer-effecten
Op sociale platforms zoals Twitter (of X, zoals sommigen het nu noemen) en Facebook is de polariteit enorm. In 2025 zijn die bubbels amper kleiner geworden: je ziet liefhebbers die Trump de hemel in prijzen en tegenstanders die hem verguizen. Discussies verlopen vaak fel en ongenuanceerd, en voor je het weet, sta je zelf middenin zo’n digitaal steekspel. Dat is een bron van stress, want je wordt overladen met heftige uitspraken, beledigingen en halve waarheden.
Die constante confirmatiebias—het algoritme toont je vooral berichten die je bestaande visie versterken—kan je wereldbeeld verkleinen. Je krijgt het gevoel dat “iedereen” er extreme ideeën op na houdt, terwijl de werkelijkheid vaak genuanceerder is.
Grenzen stellen en gefocust communiceren
Ik probeer social media te gebruiken als een communicatiemiddel in plaats van een platform voor eindeloos scrolbare discussies. Het helpt om je eigen gebruik te begrenzen. Dat kan betekenen dat je bijvoorbeeld maximaal 20 minuten per dag door je feed bladert, of dat je controversiële hashtags vermijdt als je weet dat ze je triggeren.
Daarnaast kies ik er bewust voor om constructief te reageren als ik meedoe aan een discussie. Bijvoorbeeld door eerst te vragen naar iemands bron of achterliggende ervaring, in plaats van meteen in de verdediging te schieten. Dat is natuurlijk niet altijd gemakkelijk, maar het voorkomt escalatie—en het scheelt me veel negatieve energie.
4. Mentale gezondheid en zelfzorg
Fysieke en emotionele buffering
In roerige tijden, of die nu door Trump of iets anders worden veroorzaakt, is zelfzorg essentieel. Dat betekent onder meer:
Regelmatig bewegen: om stresshormonen kwijt te raken en positieve endorfines aan te maken.
Voldoende slaap: want moeheid maakt je gevoeliger voor negatieve prikkels en piekeren.
Gezond eten: je lichaam staat onder druk van dagelijkse beslommeringen, dus geef het brandstof in plaats van leeg voedsel.
Meditatie of ademhalingsoefeningen: kleine momentjes van stilte kunnen wonderen doen. Dit helpt je om niet elke dag in de chaos van het nieuws op te gaan.
Door goed voor mijn lichaam en geest te zorgen, bouw ik een “buffer” op tegen externe stress. Dat houdt me weerbaarder en kalmer wanneer er wéér een schokkende krantenkop langskomt.
Praten met anderen
Het kan opluchten om af en toe je frustratie en verwarring te delen met vrienden of familie. Misschien voelen zij zich net zo overrompeld door de laatste politieke ontwikkelingen, of kijken ze er heel anders naar. Door er open over te praten, merk ik vaak dat ik niet de enige ben die zich afvraagt waar het heen gaat. Sociale steun kan je bovendien helpen relativeren: we wisselen tips uit, of maken er grappen over waardoor de lading iets lichter wordt.
5. De lange termijn voor ogen houden
Politiek als golfbeweging
Dat er nu chaos is, betekent niet dat het altijd zo zal blijven. Politiek beweegt in cycli, en wat vandaag fel bediscussieerd wordt, is morgen misschien verleden tijd. Dat neemt niet weg dat sommige beslissingen serieuze gevolgen kunnen hebben; toch is de geschiedenis bezaaid met periodes waarin het leek alsof alles uit elkaar viel, terwijl het uiteindelijk (met horten en stoten) toch weer in balans kwam.
Het helpt mij om me bewust te zijn van de relatieve vergankelijkheid van politieke leiders. Hoe sterk hun invloed ook is, democratische processen, checks and balances en zelfs internationale verhoudingen zorgen voor een zekere rem op absolute macht. Met andere woorden: Trump is opnieuw president, maar hij is niet de wereld. Tegelijk is democratie iets waarvoor we moeten blijven vechten, op onze eigen manier. ja, de impact van de tarieven en de handelsoorlog zal je voelen, maar uiteindelijk vindt de wereld een nieuwe balans. Ja, mensen met andere ideologie gaan vandaag in de VS door moeilijke tijden, maar kunnen binnen vier jaar ook weer hun stem laten horen in de verkiezingen. Niets is permanent.
Helpen waar je kunt
Op de lange termijn brengt die gedachte mij ook bij actieve hoop: we kunnen beter onze energie steken in (collectieve) bewegingen die staan voor wat wij belangrijk vinden, in plaats van alleen maar te klagen over wat er fout gaat. Ook dat houdt me mentaal gezond. Je ziet veranderingen vaak niet op de korte termijn, maar mensen die zich blijven inzetten voor bv. milieu, mensenrechten of gelijkheid, bewerken wél degelijk iets in de samenleving.
Zelf probeer ik af en toe te vrijwilligen bij lokale initiatieven, of ik ondersteun NGO’s die werken aan zaken die volgens mij door het Trump-beleid bedreigd worden (denk aan klimaat, migrantenrechten of persvrijheid). Zo kan ik op micro-niveau iets bijdragen, wat me minder machteloos laat voelen.
Chaos accepteren, innerlijke rust behouden
De herverkiezing van Trump in 2025 brengt chaos met zich mee—dat is nauwelijks te ontkennen. De waan van de dag kan soms zo overweldigend zijn dat je je afvraagt hoe je ooit rustig kunt blijven. Toch zijn er manieren om niet verzwolgen te raken door de stortvloed aan nieuws en emoties. Bewuste mediaconsumptie, emotionele afstand waar nodig, grenzen op social media, zelfzorg voor lichaam en geest, en een langetermijnperspectief kunnen allemaal helpen om die innerlijke kalmte te bewaren.
Natuurlijk lukt het niet altijd vlekkeloos. Soms zul je toch boos of verdrietig worden, en dat is ook oké. Het gaat erom dat je jezelf niet verliest in een constante maalstroom van verontwaardiging. Of je nu fan bent van Trump of niet, het leven gaat verder dan het Witte Huis of de Oval Office. Door je eigen focus te bepalen en bewuste keuzes te maken—op het gebied van nieuws, sociale interactie en persoonlijke inzet—kun je een stuk evenwichtiger door deze roerige politieke tijden navigeren.
Uiteindelijk is politieke chaos niet nieuw; het is een terugkerend verschijnsel in de geschiedenis. Maar hoe we ermee omgaan, is iets wat we voor een groot deel zélf kunnen sturen. Rustig blijven is geen teken van onverschilligheid, maar eerder een teken van veerkracht en wijsheid. Jouw mentale gezondheid is het waard om beschermd te worden, óók (of misschien juíst) als de wereld daarbuiten in rep en roer is.